Hoe blijf je zichtbaar als maker zonder gek te worden?
oftewel: lekker meta nadenken over tijd om na te denken
Deze nieuwsbrief gaat over hoe je een leuk, toekomstbestendig leven als creatief maker bouwt en ik heb beloofd daarbij ook mijn eigen twijfels, kruispuntmomenten en experimenten te delen. Daarom neem ik jullie graag mee in waar ik de afgelopen weken veel over nadenk nu ik zelf mijn best doe ‘zichtbaarder’ te zijn: hoe zorg je voor een gezonde balans tussen media consumeren, media maken en tijd om na te denken?
Laten we beginnen met het consumeren. Ik woon alleen en heb daarom de luxe altijd zelf te mogen bepalen welke podcast, plaat of serie er op mag. Dat leidt tot de neiging ieder stil moment in het leven dicht te smeren met content. Leerzame, inspirerende, zielsverrijkende content! Of dat is in ieder geval het smoesje waarmee ik de Instagram-schermtijd goedpraat - ik ben toch een maker, we need to fill the well, zoals Julia Cameron uitlegt in het boek The Artist’s Way:
En dat is ook zo. Maar ergens moet ook de tijd ontstaan om weer nieuwe dingen te creëren, nieuwe gedachten te vormen, om de losse puntjes te verbinden.
Lummelen en drinken
Ik grasduin de afgelopen weken regelmatig in de vernieuwde uitgave van het boek Dagelijkse Rituelen, waarin je kunt lezen over gewoontes van ‘s werelds grootste denkers en creatieven (van Lynch tot Proust, en
voegde er nog 20 Nederlanders aan toe). Veel van de voorbeelden in het boek zijn van mensen die een kleine eeuw geleden leefden, zonder afleiding van smartphones en internet. Ze werkten vaak een paar uur per dag obsessief, maar verder werd er vooral veel gelummeld, gedronken, met vrienden afgesproken, gewandeld en gelezen. Het klonk best fijn. Ook zonder al die uren podcasts, docu’s en social media werd de well heus wel gefilled (vooruit, ook vaak met verdovende en stimulerende middelen, maar toch).Hoe dan ook is het voor mij moeilijk afscheid nemen van al die makers waarmee ik nu elk kiertje vrije tijd doorbreng. En misschien nog erger: ik ben zelf veel uren van mijn dag bezig met nadenken over hoe ik mijn content (of die van bijvoorbeeld
of Nieuwsuur) zo goed mogelijk kan optimaliseren om bij andere mensen in die kiertjes vrije tijd terecht te komen.En als iets echt van hoge kwaliteit is, of gewoon perfect past in mijn niche (zoals deze contrabas die ook kan samplen - hou op met me hoor…) dan wil ik het natuurlijk nog steeds zien.
Don’t hate the players…
Ik ben groot pleitbezorger van dat je als maker, mensen moet opzoeken daar waar ze zijn. En dat is heel vaak: online, op sociale media. Dat betekent dat als je ze wil bereiken, je het spel zult moeten spelen volgens de regels van die platforms. Alleen worden die regels steeds ingewikkelder en de buikpijn over wat deze platforms voor effect hebben op onze mentale gezondheid en samenleving steeds groter.
Zelfs hier op Substack, even de fijne uitweg uit de ratrace, worden al nieuwe regels uitgevonden. Je kunt beter bulletpoints schrijven dan lange lappen tekst (sorry), beter een duidelijk format hebben zodat het herkenbaar is voor mensen, beter wekelijks posten en als het lukt nog vaker. En daar gaan we weer...
Ik had het erover met René Sommer (hoofdredacteur journalistiek bij de KRO-NCRV) in de podcast Three Takeaways, waarin
en ik mediapioniers vragen naar hun inzichten over de toekomst van ons vak. In een special vanaf het International Journalism Festival in Perugia, vertelt René dat ook hij op de redactie van onder andere Pointer met die druk worstelt. Zorgt steeds meer posten er uiteindelijk niet voor dat de kwaliteit onder druk komt te staan?Misschien, maar als je eenmaal in het dagelijks ritme van je publiek zit, wordt dat publiek vrij vergevingsgezind over kwaliteit. Op werkdagen staat bij mij altijd een podcast aan van POM, De Zelfspodcast of Aaf en Lies tijdens mijn ontbijt. Het maakt niet uit als er een keer een mindere aflevering tussenzit - deze makers zijn een soort vanzelfsprekendheid geworden, als huisgenoten die er nu eenmaal zijn en die het wel héél bont moeten maken om eruit geschopt te worden.
Een lichtpuntje
Dus zoek ik naar de uitzonderingen in zo’n binair verhaal. Want er zijn heus wel makers die het lukt: Tim Urban van Wait But Why post extreem inconsistent (de ondertitel van zijn blog is new posts every sometimes), maar heeft een enorm bereik.
Want ik moet bekennen, ook ik ben niet onvatbaar voor de ratrace-stress. Ik doe mijn best meer te posten op LinkedIn en zie dat het mijn bereik vergroot. Maar als het er dan een week even niet van gekomen is, terwijl andere makers stug doorposten, maakt dat toch een beetje zenuwachtig. Om nog maar te zwijgen over het blokje in mijn agenda met ‘Substack schrijven!!’ dat regelmatig doorgeschoven wordt omdat de dag nu eenmaal volliep met andere afspraken (‘echt werk’, zou je kunnen beargumenteren).
Waar zit jouw sweet spot?
Ik ben benieuwd hoe jullie dit doen. Heb je een limiet voor hoeveel media je wil consumeren? Of juist voor hoeveel je wil maken en posten? Hoe hou jij je staande in dit 24/7 all-you-can-eat-mediabuffet?
Gooi het in de comments, of als dat te opzichtig voelt, kun je ook gewoon replyen op deze mail. Ook als je andere gedachten over Creators at the Crossroads hebt, ik vind het leuk om van je te horen!
Ciao!
Jolien
Herkenbaar! Ik had ook zo’n fase waarin ik alleen maar content aan het consumeren was, op elk mogelijk moment. Maar dat juist zorgde ervoor dat er niks uit mijn handen kwam. Want ideeën genoeg maar nooit de tijd om alles te doen. Ondertussen heb ik geleerd om te focussen op wat ik leuk vind en wat me energie geeft. Deels door het wel in te plannen maar deels ook vanuit de flow. Een flow die ontstaat als ik naar buiten ga, om beweging kom, even weg van alle input. Het stemmetje in mijn hoofd vind daar soms nog wel iets van, maar ik probeer dat meer los te laten.